Database - ZOEKEN

Genre / Voornaam / Achternaam / Levensdata / Titel / Brongegevens Bundel / Eerste Uitgave / Brongegevens MonographieFiguren mythologisch-literair / Figuren historisch / Plaatsen mythologisch / Plaatsen historisch / Abstrakta / Gebeurtenissen / Antieke Auteurs / Antieke GeschriftenGebied / Cultuurgebied / Opmerkingen / Citatenvan:
Lyrik
Pierre

Kemp

1886-1967
Graan
P.K. Transitieven en immobielen, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 16
Voet als versvoet, wijn, nacht
Poëtologie
De nacht is vaak het moment van poëtische productie.
MJR
Lyrik
Pierre

Kemp

1886-1967
Pastoralen
P.K. Transitieven en immobielen, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 30
Platteland boven stad
Verheerlijking van het platteland, tegenover de stad, is van alle tijden. Vgl. bijv. Theoc. Id. 7.
MJR
Lyrik
Pierre

Kemp

1886-1967
Vallende bloesems
P.K. Transitieven en immobielen, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 40
zon (?)
Bloemenkrans
Poëtologie
De zonnegod, Apollo, is tevens poëziegod.
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
Strophen
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 5-9
"Clo" Clio? (6)
wijn (5, 6), poëzie als medicijn? (5), vluchtende nymph (? 7), wassen (7), honing (7), nachtegaal (8)
Odyssee (6)
Poëtologie Mythologie
Poëzie wordt vaak voorgesteld als medicijn, cf. Theocr. Idyl. 11, Catull. 68.7-8 Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen
Vgl. Hom. Od. 6.85ff.
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
Kwatrijnen "Soldaten"
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 11
Wijn, lijken voor vogels
Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen
Vgl. Hom. Il. 1.4-5; vgl. psalm 79.2
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
Het water
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 12-14
Satraap
Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
Forum Romanum
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 17
Caesar, Vestaalse maagden
Forum Romanum [thema]
Pest, offeren, marmer, toga, purperkleurstof, haardvuur
Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
Schuim der zee
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 24
Venus/Aphrodite
Mythologie
Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen Venus/Aphrodite wordt traditioneel voorgesteld als geboren uit zeeschuim; hoewel ze niet bij name genoemd wordt, is de verwijzing aannemelijk
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
Bij het avondrood
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 28
Wijn
Poëtologie
Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen
MJR
Lyrik
Dirk

Zijlstra

1907-1985
De dichter
E.v.d.S. Cadans, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 36-37
Charon
Hades, onderwereld
lichaam als corpus, (on)sterfelijkheid van de poëzie
Poëtologie Mythologie
Gepubliceerd onder het pseudoniem Eric van der Steen. Het lichaam wordt in poëzie onderdeel van het corpus van de dichter. Vgl. m.n. Ovidius; A.P. 5.132.
MJR
Lyrik
Andreas (C.I. Dessau

Burnier

1931-2002
Na de laatste keer
1981
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Jacques

Hamelink

1939-2021
De droom van de poëzie
1978
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Lyrik
Jacques

Hamelink

1939-2021
Windwaarts, wortelher
1973
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Lyrik
Jacques

Hamelink

1939-2021
Het rif
1979
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
ALbert (Lou Lichtvel

Helman

1903-1996
Hart zonder land
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
Albert (Lou Lichtvel

Helman

1903-1996
Kleine kosmologie
1947
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
Floris (Lou Lichtvel

Kapteyn

1903-1996
Gongyla
1941
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
W.F.

Hermans

1921-1995
Homme's hoest
1980
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa

Joyce & Co. (G.J.M. Meijsing)

1950-
Michael van Mander
1979
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
P.H.

Moerkerken, van

1877-1951
Eros en de nieuwe god
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
P.H.

Moerkerken, van

1877-1951
De wil der goden
1933
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
P.H.

Moerkerken, van

1877-1951
De dans des levens
1912
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
Harry

Mulisch

1927-2010
De compositie van de wereld
1980
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
A.H.

Nijhoff-Wind

1897-1971
Venus in ballingschap
1955
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Prosa
A.H.

Nijhoff-Wind

1897-1971
De vier doden / De brief
1950/1956
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Wer ist eigentlich dieser Achill, fragte die Schildkröte und fraß weiter an ihrem Salatblatt
Arnfrid Astel
Philologische Interessen konnten nicht bedient werden.
Bertolt Brecht
Feuergefährlich ist viel. Aber nicht alles, was feuert, ist Schicksal, Unabwendbares.
Max Frisch
Ich ziehe mich zurück in das Federkleid schwebender aufsteigender Sätze
Günter Kunert
Die Moderne [kann] sich nur richtig verstehen, wenn sie sich aus der Antike versteht.
Michael Theunissen
Zuviel Abendland, Verdächtig.
Günter Eich