Database - ZOEKEN

Genre / Voornaam / Achternaam / Levensdata / Titel / Brongegevens Bundel / Eerste Uitgave / Brongegevens MonographieFiguren mythologisch-literair / Figuren historisch / Plaatsen mythologisch / Plaatsen historisch / Abstrakta / Gebeurtenissen / Antieke Auteurs / Antieke GeschriftenGebied / Cultuurgebied / Opmerkingen / Citatenvan:
Prosa
Arthur

Schendel, van

1876-1946
Verhalen
1917
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Lyrik
Bert

Voeten

1918-1992
Odysseus' terugkeer
1946
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Lyrik
Hans

Warren

1921-2001
Een otter in Americain
1978
Archeologie
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1981). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen III”, Hermeneus 53, 216-221
Her
Lyrik
Hans

Faverey

1933-1990
Chrysanten, roeiers
1977
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217.
Her
Lyrik
Hans

Faverey

1933-1990
Lichtval
1981
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Lyrik
Hans

Faverey

1933-1990
Zijden kettingen
1983
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Kester

Freriks

1954-
Hölderlins toren
Empedocles
Oedipodale thematiek
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Lyrik
Ida

Gerhardt

1905-1997
De zomen van het licht
1983
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Lyrik
J.P.

Guépin

1929-2006
Liefde, afkeer en gewoontes
Anthologia Palatina
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Hella S.

Haasse

1918-2011
Een gevaarlijke verhouding
Medea
Euripides, Ovidius
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Oek

Jong, de

1952-
Opwaaiende zomerjurken
Griekse natuurfilosofie
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her

Joyce & Co. (Geerten Meijsing)

1950-
Erwins Echo
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa

Joyce & Co. (Geerten Meijsing)

1950-
Venetiaanse brieven en Calabrese dagboeken
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
C.J.

Kelk

1901-1981
De Man van Kos
1971
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
H.

Knorringa

1897-1960
Voor welke vrouw de hoogste eer
1955
Herodotus V.5
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Aart

Leeuw, van der

1876-1931
Sint-Veit en andere vertellingen
1919
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Aart

Leeuw, van der

1876-1931
De mythe van een jeugd
1921
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Aart

Leeuw, van der

1876-1931
Vluchtige begroetingen
1925
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Lyrik
Aart

Leeuw, van der

1876-1931
Verzamelde gedichten
1950
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Willem G.

Maanen, van

1920-2012
Helse steen
1970
Oedipus
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Willem G.

Maanen, van

1920-2012
Het eilandje van pijn
1981
Hercules, Antaeus
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
H.

Marsman

1899-1940
De dood van Angèle Degroux
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Nicolaas

Matsier

1945-
De eeuwige stad
1982
Rome
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
P.H.

Moerkerken, van

1877-1951
Het lange leven van Habhabalgo en zijn broeders
1924
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Prosa
Harry

Mulisch

1927-2010
De aanslag
1982
R.Th. van der Paardt & O.J. Schrier (1984). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde – Aanvullingen IV”, Hermeneus 56, 213-217
Her
Wer ist eigentlich dieser Achill, fragte die Schildkröte und fraß weiter an ihrem Salatblatt
Arnfrid Astel
Philologische Interessen konnten nicht bedient werden.
Bertolt Brecht
Feuergefährlich ist viel. Aber nicht alles, was feuert, ist Schicksal, Unabwendbares.
Max Frisch
Ich ziehe mich zurück in das Federkleid schwebender aufsteigender Sätze
Günter Kunert
Die Moderne [kann] sich nur richtig verstehen, wenn sie sich aus der Antike versteht.
Michael Theunissen
Zuviel Abendland, Verdächtig.
Günter Eich