Database - ZOEKEN

Genre / Voornaam / Achternaam / Levensdata / Titel / Brongegevens Bundel / Eerste Uitgave / Brongegevens MonographieFiguren mythologisch-literair / Figuren historisch / Plaatsen mythologisch / Plaatsen historisch / Abstrakta / Gebeurtenissen / Antieke Auteurs / Antieke GeschriftenGebied / Cultuurgebied / Opmerkingen / Citatenvan:
Lyrik
Marjoleine

Vos

1957-
Zeehond graag
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000
Despoina "Mevrouw Despina"
Eleusische mysteriën; dood en wedergeboorte
Dood en wedergeboorte spelen een belangrijke rol in de bundel. Despina is een moeder die haar kind heeft verloren en dit probeert te verwerken. Het christendom biedt steun; cf. verwijzingen naar naar OT (Saul, David, psalmen) en NT (kerstverhaal, pasen).
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Mevrouw Despina wort ouder
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 6
Despoina "Mevrouw Despina", cf. dataset bij de gehele bundel
Poëzie als plant “Ze zijn weer begonnen, de kleine nieuwsgierige blaadjes”, carpe diem “‘Oh Despina de tijd is nu’./Geniet ervan.”
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Geschonden beeld
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 9
marmer, naakt vrouwelijk beeld, grafmonument(?)
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Vrede
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 10
bron als inspiratiebron, voet als versvoet (? “Het wak in mij is dichtgevroren, of/ligt er een slordige plank over de vijver?/De voet verstapt niet meer zo makkelijk.”)
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Mevrouw Despina wordt onderzocht
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 13
archeologie, grafdelving
Een fysiek onderzoek wordt omschreven als archeologie of als een grafdelving
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Mevrouw Despina kent zichzelf niet
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 16
Delphische inscriptie Ken uzelf
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Nu en altijd
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 18
Zie Zitate. Het gedicht reflecteert op de rol van het geheugen bij zingeving. In de bundel wordt uitvoerig gerefereerd aan de Aeneis; de vier gedichten die meteen volgen op dit gedicht behandelen de liefde van Dido en Aeneas.
"Hoe ongeleefd, als niet herinnerd, dagen zijn." Cf Verg. Aen. 1.203 forsan et haec olim meminisse iuvabit.
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Dido, c'est moi; Aeneas; Dido; Dido na het vertrek van Aeneas
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 19-22
Dido, Aeneas
Carthago
golven, dactylisch ritme
“In haar dromen jaagt Aeneas wild achter haar aan” (19); De hij (‘Aeneas’) is hier waarschijnlijk het verloren kind, de ik (‘Dido’) mevrouw Despina. Het dactylisch ritme roept de hexameter op van de Aeneis.
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Paasgedachten op de fiets
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 27
voet als versvoet “is dat de weg/waarlangs mijn voet, of stoot die zich daar.”; wederopstanding “En zijn we doodgegaan staan we weer op/Pasen nietwaar”
Grieks Eleusisch NT
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
De buikdanseres en mevrouw Despina
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 32
Pythia "haar heupen orakelen raadsels"
Delphi "Haar navel is met gemak het middelpunt/van de wereld"
MJR
Lyrik
Marjoleine de

Vos

1957-
Klytaimnestra tot Zeus
M.d.V. Zeehond graag, Van Oorschot: Amsterdam 2000, 36
Clytaemnestra "Klytaimnestra", Zeus
Knossos, Cyclopenmuren “cyclopisch”, Leeuwenpoort “de leeuwen aan de poort”
gebed
MJR
Lyrik
Gerard

Bruning

1898-1926
Kleine poëmen/Icarus
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 638
G.B. Gedichten, Amsterdam 1954
Icarus
MJR
Lyrik
Christine

D'Haen

1923-2009
Endymion
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 889-891
C.D. Onyx, Amsterdam 1983
Endymion, maangodin (Selene Artemis Diana?)
De spreker van het gedicht is naar alle waarschijnlijkheid de maangodin. [Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Christine

D'Haen

1923-2009
Daimoon megas
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 891-892
C.D. Onyx, Amsterdam 1983
[Gevonden via sichten van de index] Vrij beschikbaar via internet
Plato Symposium 202 D-E [motto]
MJR
Lyrik
Christine

D'Haen

1923-2009
Sfinks
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 896
C.D. Merencolie, Amsterdam 1993
Sphinx "sfinks"
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Charles

Ducal

1952-
Odysseus
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 1233
C.D. Het huwelijk. Gedichten, Amsterdam 1987
Odysseus, Penelope, sirenen, goden
trauma, tweede Odyssee
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Marko

Fondse

1932-1999
Hollandsche Arcadia
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 1013
M.F. Herderstas, Amsterdam 1984
Arcadia
Arcadië
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Geerten

Gossaert

1884-1958
Thalatta!
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 505-506
G.G. Experimenten, Bussum 1976
[Gevonden via sichten van de index]
Xen. Anab. 4.7.24
MJR
Lyrik
Alfred

Hegenscheidt

1866-1964
Gluck. De Elyzese Velden
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 392-393
A.H. Van nu en straks, Brussels 1893-1894
Elysium
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Willem Frederik

Hermans

1921-1995
Pythia
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 869-870
W.F.H. Overgebleven gedichten, Amsterdam 1982
Pythia
Pythia
orakel orakelspreuk
[Gevonden via sichten van de index] Beschikbaar via de site KoxKollum
MJR
Lyrik
Stefan

Hertmans

1951-
Marsyas
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 1228-1229
S.H. Bezoekingen. Gedichten, Amsterdam 1988
Marsyas, Apollo (?)
Een zelfmoord wordt als het villen van Marsyas voorgesteld. De afwezigheid van (dichtersgod) Apollo is opvallend en nodigt misschien uit tot meta-poëtische lezing. [Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Pim

Hofstra

1952-
Achilles
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 1239-1240
P.H. Ianus. Gedichten, Amsterdam 1995
Achilles, Petrus, schim
Petrus
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Cornelius Onno

Jellema

1936-2003
Anthropou symbolon
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 1062
C.O.J. Gedichten, oden, sonnetten, Amsterdam 1992
Apollo
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Jacques Karel

Rensburg

1870-1943
De kosmos
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 423-424
J.K.R. Sonnetten van Piet Lut. Een interastraal-communistische satyre, Amsterdam 1925
Augiasstal
[Gevonden via sichten van de index]
MJR
Lyrik
Jacques Karel

Rensburg

1870-1943
Dionysisch futurisme
G.K. De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, Bert Bakker: Amsterdam 1996, 424-425
J.K.R. Sonnetten van Piet Lut. Een interastraal-communistische satyre, Amsterdam 1925
Muze
De muze heeft geen wagenspan “dichtros” maar een barometer waarmee zij, als op een fiets, door de aether gaat. [Gevonden via sichten van de index]
MJR
Wer ist eigentlich dieser Achill, fragte die Schildkröte und fraß weiter an ihrem Salatblatt
Arnfrid Astel
Philologische Interessen konnten nicht bedient werden.
Bertolt Brecht
Feuergefährlich ist viel. Aber nicht alles, was feuert, ist Schicksal, Unabwendbares.
Max Frisch
Ich ziehe mich zurück in das Federkleid schwebender aufsteigender Sätze
Günter Kunert
Die Moderne [kann] sich nur richtig verstehen, wenn sie sich aus der Antike versteht.
Michael Theunissen
Zuviel Abendland, Verdächtig.
Günter Eich