Database - ZOEKEN

Genre / Voornaam / Achternaam / Levensdata / Titel / Brongegevens Bundel / Eerste Uitgave / Brongegevens MonographieFiguren mythologisch-literair / Figuren historisch / Plaatsen mythologisch / Plaatsen historisch / Abstrakta / Gebeurtenissen / Antieke Auteurs / Antieke GeschriftenGebied / Cultuurgebied / Opmerkingen / Citatenvan:
Lyrik
Luc

Indestege

1901-1974
Orpheus en Euridike
1941
Orpheus; Eurydice
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Drama
Luc

Indestege

1901-1974
Lais
1964
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Prosa

Joyce & Co. (G.J.M. Meijsing)

1950-
Erwin
1974
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Prosa
C.J.

Kelk

1901-1981
Souvenir van een zomer
1965
Martialis
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Lyrik
Willem

Kloos

1859-1938
Rhodopis
1880
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Lyrik
Willem

Kloos

1859-1938
Sappho
1893
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Lyrik
Willem

Kloos

1859-1938
Okeanos
1885
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Lyrik
Willem

Kloos

1859-1938
Verzen
1894/1902/1913
R.Th. van der Paardt (1978). “Klassieke motieven in de Nederlandse letterkunde. Een synopsis in alfabetische volgorde”, Hermeneus 50, 322-334.
Her
Lyrik
Charles Edgar

Du Perron

1899-1940
Ander beeld
E.d.P. Parlando: verzamelde gedichten, Amsterdam: Uitgeverij Contact 1948, 45
Amor/Eros ("min-god")
Mythologie
MJR
Lyrik
Charles Edgar

Du Perron

1899-1940
Leven is goed...
E.d.P. Parlando: verzamelde gedichten, Amsterdam: Uitgeverij Contact 1948, 66
Zuil ("waaiend om ons als wind om zuilen doet")
De zuil als vergankelijkheidsmotief komt ook voor in A.C. Willinks illustratie bij 'Een grote stilte' (nr. 11 in de Orpheus-reeks), het aan dit sonnet voorafgaande gedicht. Beiden gaan waarschijnlijk terug op 18de-eeuwse iconografie.
MJR
Lyrik
Charles Edgar

Du Perron

1899-1940
Gebed bij de harde dood
E.d.P. Parlando: verzamelde gedichten, Amsterdam: Uitgeverij Contact 1948, 67-71
Cleopatra, Mithradates (68), hetaire (70)
epos (70)
Cleopatra en Mithradates worden genoemd met oog op hun zelfmoord. Gedateerd Maart 1928.
MJR
Lyrik
Charles Edgar

Du Perron

1899-1940
Een grote stilte
E.d.P. Een grote stilte, Den Haag: A.A.M. Stols 1941 (= Orpheus nr. 11)
Gebroken zuil, tempel
A.C. Willinks illustratie (vermoedelijk gemaakt bij het gedicht) recipieert de oudheid met de afbeelding van een zuil en (Romeinse) tempel, waarschijnlijk is de receptie via 18de-eeuwse iconografie. Het gedicht zelf lijkt geen oudheidreceptie te bevatten.
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Van Lieveke, die haar deugd versliep
J.v.H. Alleen thuis, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 18-19
Satyr "sater", bosgod, panfluit "pansfluit"
Verkrachting (door een satyr)
Mythologie
Het gedicht geeft de verkrachting van Lieveke door een satyr weer. De toon is die van een sprookje. Het gedicht is niet opgenomen in J.v.H.'s Verzameld werk (Van Oorschot 1993)
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Gij, macht'ge macht
J.v.H. Alleen thuis, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 28-30
Adonis (30)
Mythologie
Het gedicht is niet opgenomen in J.v.H.'s Verzameld werk (Van Oorschot 1993)
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Zeemeermin
J.v.H. Verzameld werk: Verzen, Amsterdam: Van Oorschot 1993, 124
J.v.H. Alleen thuis, Rijswijk: A.A.M. Stols 1940, 37
Sirene "'t Sirenekindje"
Mythologie
De zeemeermin wordt indirect omschreven als het kind van de sirenen. Een concreet bedoelde passage m.b.t. de sirenen is onwaarschijnlijk
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Herwonnen dichterschap
J.v.H. Verzameld werk: Verzen, Amsterdam: Van Oorschot 1993, 133
Poëzie als plant/bloem Onsterfelijkheid door poëzie Nachtegaal
Poëtologie
Gedichten worden vaak vergeleken met bepaalde planten, hetgeen terug te leiden is tot Meleagers Krans, cf. AP 4.1
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Kwatrijnen
J.v.H. Verzameld werk: Verzen, Amsterdam: Van Oorschot 1993, 135-136
J.v.H. De waterscheiding, Rijswijk: A.A.M. Stols 1941, 7-8
Lyriek, epiek
J.v.H. was voorstander van een poëzie die ook het anekdotische toeliet (dit in tegenstelling tot het tijdschrift Forum). "Lyriek wordt epiek onder één beding" kan in dit licht programmatisch begrepen worden.
MJR
Lyrik
Jan Gerardus

Jofriet

1900-1968
Dans
G.d.B. Verzamelde verzen, Amsterdam: Van Oorschot 1984, 109
G.d.B. Signes Particuliers (Drie op één Perron), Maastricht: A.A.M. Stols 1938, 7
Adonis
Mythologie
Gepubliceerd onder het pseudoniem Gerard den Brabander Het gedicht is onveranderd opgenomen in het tweede deel van Drie op één Perron.
MJR
Lyrik
Jan Gerardus

Jofriet

1900-1968
Miniatuur
G.d.B. Verzamelde verzen, Amsterdam: Van Oorschot 1984, 110
G.d.B. Signes Particuliers (Drie op één Perron), Maastricht: A.A.M. Stols 1938, 8
Venus
Standbeeld
Mythologie Kunst, beeldhouwkunst
Gepubliceerd onder het pseudoniem Gerard den Brabander. Het gedicht is onveranderd opgenomen in het tweede deel van Drie op één Perron. In het gedicht wordt een park beschreven met daarin een Venus standbeeld.
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Midlentenachtdroom van een vrome, mismaakte maagd
J.v.H. Verzameld werk, Amsterdam: Van Oorschot 1993, 80
J.v.H. Besondere Kennzeichen (Drie op één Perron), Maastricht: A.A.M. Stols 1938, 28-29
Satyr "sater"
Nachtegaal
Poëtologie Mythologie
De satyr is als demoon onderdeel van een (christelijk gekleurde) nachtmerrie
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Vermogend vers, uit niets ontsprongen
J.v.H. Besondere Kennzeichen (Drie op één Perron 2), Rijswijk: A.A.M. Stols 1941, 28
Poëzie als plant/bloem ("Vermogend vers, uit niets ontsprongen,/dan uit een schijnbaar dode tak,/die plots in tulpen openbrak") Onsterfelijkheid door poëzie ("Vermogend lied.../waarmee de luisterenden horen,/naar wat, in Dood, aan Leven bleef.")
Poëtologie
Gedichten worden vaak vergeleken met bepaalde planten, hetgeen terug te leiden is tot Meleagers Krans, cf. AP 4.1 Het gedicht is niet opgenomen in het verzameld werk.
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Eén vers
J.v.H. Besondere Kennzeichen (Drie op één Perron 2), Rijswijk: A.A.M. Stols 1941, 25
Poëzie als monument ("Mocht ik.../bouwen aan het schone werk,/dat de volk'ren dichters danken:/aan die nooit-voleinde Kerk."; "die nooit-voltooide Dom.../is volks enige Heiligdom")
Poëtologie
Vgl. voor het motief Hor. C. 3.30 Het gedicht is niet opgenomen in het verzameld werk.
MJR
Lyrik
Jacob

van Hattum

1900-1981
Gestorven dichter
J.v.H. Verzameld werk, Amsterdam: Van Oorschot 1993, 157
J.v.H. Besondere Kennzeichen (Drie op één Perron 2), Rijswijk: A.A.M. Stols 1941, 38-39
Ovidius (?, "als éen, die huiswaarts keert:/hij bleef zijn land beminnen,/maar had de taal verleerd.")
"'Zijn vers bestaat uit woorden/die ik niet kan verstaan'", "als éen, die huiswaarts keert:/hij bleef zijn land beminnen,/maar had de taal verleerd" Cf. Ov. Trist. 5.7
MJR
Lyrik
Eduard

Hoornik

1910-1970
Het gedicht
E.H. Special Marks (Drie op één Perron), Maastricht: A.A.M. Stols 1938, 43
Morgenlied Onsterfelijkheid door poëzie ("Zooals gij mij, zoo droeg ik het gedicht/en stiet het in den kring der eeuwigheden")
Poëtologie
Het gedicht (programmatisch geplaatst als eerste in de bundel) is niet opgenomen in het verzameld werk. Het morgenlied is een motief in m.n. epigram en elegie. Vaak wordt de ochtend als vijand van de liefde voorgesteld, vgl. A.P. 5.172
MJR
Lyrik
Eduard

Hoornik

1910-1979
Tot de muzen
E. H. Verzamelde gedichten, Amsterdam: Meulenhoff 1972, 131
E. H. De erfgenaam, Maastricht: A.A.M. Stols 1940
Muzen (titel, "negen dromen"?)
Aanroep van de muze
Poëtologie
Het gedicht is het eerste uit de bundel. Het terugkerende getal negen duidt op het gecanoniseerde aantal muzen.
MJR
Wer ist eigentlich dieser Achill, fragte die Schildkröte und fraß weiter an ihrem Salatblatt
Arnfrid Astel
Philologische Interessen konnten nicht bedient werden.
Bertolt Brecht
Feuergefährlich ist viel. Aber nicht alles, was feuert, ist Schicksal, Unabwendbares.
Max Frisch
Ich ziehe mich zurück in das Federkleid schwebender aufsteigender Sätze
Günter Kunert
Die Moderne [kann] sich nur richtig verstehen, wenn sie sich aus der Antike versteht.
Michael Theunissen
Zuviel Abendland, Verdächtig.
Günter Eich